Helden van TDR

Om de ontwikkeling in de Noord-Hollandse hardloopsport te stimuleren werken Team Distance Runners (TDR) en Le Champion al meerdere jaren samen. Zo wordt de TDR-Talentenopleiding mede mogelijk gemaakt door Le Champion. Duncan Steenbakker, een van die talenten, bijt het spits af in deze nieuwe rubriek en beantwoordt elf vragen.

1 ‘Ik ben bij TDR gaan trainen, omdat ik meer uit mezelf wilde halen. Ik was lid van Lycurgus, maar vermoedde dat ik bij TDR een meer specialistische begeleiding zou krijgen. Mijn vader heeft in 2014 contact opgenomen met trainer Louis Dam, die bij TDR verantwoordelijk is voor de jeugd. Sindsdien ben ik elk jaar beter geworden.’
 
2 ‘Mijn beste race was het NK indoor in 2020, waar ik tweede werd op de 3000 meter. Mijn vader was vier weken eerder overleden, ik had een heftige tijd achter de rug en startte zonder verwachtingen. Maar ik voelde me sterk en liep de eerste twee kilometer mee in de kopgroep. Met nog vijf ronden te gaan ben ik er in mijn eentje vandoor gegaan. Het is jammer dat ik in de eindsprint door een concurrent voorbij werd gestoken, maar ik had mijn eerste kampioenschapsmedaille binnen.’
 
3 ‘Wat ik zo leuk vind aan hardlopen, is de uitlaatklep die het me biedt. Lekker uitrazen, knallen, frustraties eruit lopen. Daar heeft een mens soms behoefte aan.’

4 ‘Mijn teamgenoten vinden mij best een sociale jongen, denk ik. Ik schuw het kopwerk niet. Er zijn er die meer ervaring hebben dan ik, en die meer tempovastheid hebben. Van hen leer ik om regelmatiger te lopen, ik kan mee in hun slipstream.’

5 ‘Mijn trainingsweek bestaat uit gevarieerde trainingen. Op maandag doe ik krachttraining en een duurloop. Op dinsdagavond train ik op de baan. Op woensdag stap ik op mijn carbon racefiets, dat is een welkome afwisseling. En zo kom ik de week door’’

6 ‘Als ik niet train, ga ik het liefst huiswerk maken. Of op youtube hardloopfilmpjes bekijken van atletiekgala’s, zoals de Diamond League. Het geeft inspiratie en ik leer ervan.’

7 ‘Mijn sterke punten zijn dat ik ambitieus en doelgericht ben. En ik loop mijn wedstrijden constant, ik beschik over het vermogen om hard te starten en hard te finishen, zonder inzinkingen. Meestal heb ik nog een eindsprint ook.’

8 ‘Mijn beste training ooit? Dat zijn er meerdere, maar het liefst train ik in de wintermaanden op de grasbaan die rond de kunstofbaan ligt. Ik houd van de groepsdynamiek, met dertig man starten, uit de wind lopen achter een maatje, en daarna zelf het kopwerk doen. Maar in de zomer tempo’s op de baan afwerken vind ik ook tof.’

9 ‘Mijn coaches proberen mij vooral te leren om als topsporter te leven buiten de trainingen om. Dat heeft dan vooral betrekking op voeding en herstel. Zo ben ik gaan praten met een diëtist. Samen hebben we gekeken naar wat beter kon en een voedingsplan opgesteld. Na het overlijden van mijn vader heb ik een tijdlang te weinig gegeten. Maar nu gaat het goed.’

10 ‘De trainingslocatie die iedereen eens zou moeten uitproberen zijn de bossen en de duinen. Ik houd van de natuur. We trainen veel op en rond de heuvels in de duinen bij Castricum, en pakken ook regelmatig een strandafgang mee. Waar ik zeker niet van houd, is lopen op asfalt.’

11 ‘Binnen 5 jaar wil ik starten op een groot toernooi, zoals het EK atletiek onder 23. Mijn ambitie gaat uit naar de 5.000 meter, dat gaat me toch beter af dan de 1.500 meter. Mijn pr is 14.54, maar die tijd dateert uit 2019. Het seizoen 2020 viel in het water door corona, maar ik moet inmiddels veel sneller zijn.’