Merel van Kempen
Merel van Kempen (22) uit Amsterdam ging als kind al met haar vader mee om te helpen bij de TCS Amsterdam Marathon. Nu heeft ze als groepsleider bij de finish een waardevolle taak. ‘Mijn vader had vroeger via zijn werk een atletiekclubje in Amsterdam-Noord. Toen het sportcomplex daar verdween, zijn ze allemaal naar vereniging AV Atos gegaan, ook in Noord. Ik was een klein kind toen hij me op een dag meenam. Ik ben jarenlang lid geweest. Inmiddels niet meer, omdat ik het druk kreeg met studeren en voor hockey koos, maar ik ken er nog steeds veel mensen. En via Atos ben ik vrijwilliger geworden bij de TCS Amsterdam Marathon. Dat doe ik nog steeds elk jaar.’
Kapot ‘De vereniging staat altijd met een tent in het Olympisch Stadion, en een post daarbuiten. Tijdens de marathon was mijn vader vroeger altijd twee dagen weg om te helpen. Op zaterdag en zondag. Ik geloof dat ik een jaar of 13, 14 was toen ik voor het eerst meeging. Ik stond bij de startvakken. Het was een leuke, maar slopende dag. Toen we thuiskwamen vroeg mijn moeder aan mijn vader: wat heb je met ons kind gedaan? Ik was helemaal kapot.’
Koffie‘Het zijn lange dagen. We staan om 05.30 uur op en zijn om 06.30 uur al in het stadion. Als we aankomen is onze eerste zoektocht: waar is de koffie? Daarna is het gewoon heel hard beuken.’
Vader ‘Op een gegeven moment kwam ik erachter dat ik het leuker vond om bij de finish te staan. Daar ben ik nu groepsleider. Ik stuur een aantal oudere mannen aan, van mijn vaders leeftijd. Hilarisch eigenlijk. Ja hoor, ze luisteren wel. Ik loop van kinds af aan rond bij de vereniging. Ik mocht overal komen, omdat iedereen mijn vader kende. Zo gaat het nog steeds een beetje bij de marathon.’
Oortje‘We krijgen met Atos verschillende gebieden in het stadion aangewezen. Het gaat dan om dingen als het lint vasthouden voor de winnaar, koeldekens uitdelen, zorgen dat deelnemers de juiste medailles krijgen en de dopingcontrole. Ik sta met vier mensen bij de finish en ben degene met zo’n oortje in. Daarmee kan ik contact houden met de anderen, maar bijvoorbeeld ook met de EHBO.’
Vrolijk ‘Ik word er blij van als mensen vrolijk over de finish komen. Ik vraag vaak even hoe het gaat, vooral ook bij mensen die het zwaar lijken te hebben. Dan pak ik even hun bovenarm vast en weet ik meteen hoe het met de lichaamstemperatuur zit.’
Waardevol‘Bij één jongen leek het een keer echt niet goed te gaan. Dat zag ik snel, dus toen heb ik meteen de EHBO erbij gehaald. Zijn vrienden kwamen me later bedanken omdat ik er zo gauw bij was geweest. Zij hadden het niet door. Dan denk ik: oké, ik doe toch iets waardevols. Dit was niet leuk voor die jongen, natuurlijk, maar je voegt toch iets toe aan iemand zijn loop, hoe die ook is gegaan. Dat is misschien nog wel het mooiste.’
20-07-2023