Samen met zijn zoon Silke stond Frans de Boer dit jaar als vrijwilliger bij de Alkmaar City run by night. Bij de Dam tot Damloop is zelfs de hele familie aanwezig, als vrijwilliger of als deelnemer.
‘Ook dit jaar was het bij de Alkmaar City Run by night weer een feestje. Het was de vierde keer dat ik er als vrijwilliger werkte, als medewerker in het finishgebied. Ik vang de mensen op, nadat ze een medaille en drinken hebben gekregen. Na afloop blijf ik altijd even hangen voor een etentje of een drankje, dan evalueren we kort hoe de dag verlopen is. Mijn eerste evenement als vrijwilliger voor Le Champion was de Dam tot Damloop van 2015. Ik had me ingeschreven, omdat de organisatie heftruckchauffeurs zocht. Via mijn werk in de agrarische sector had ik een certificaat. Mijn vrouw is een fanatieke wandelaar en had aan een paar evenementen van Le Champion meegedaan. Zodoende kwam ook ik met Le Champion in aanraking. Inmiddels is onze zoon Silke ook vrijwilliger. In 2018 ging hij voor het eerst mee naar Egmond-Pier-Egmond om mee te helpen met het schoonspuiten van de fietsen. Sindsdien heeft hij de smaak te pakken; bij de organisatie is iedereen dol op hem. Ik werk bij een evenement of acht per jaar, hij doet er een stuk of zes. We staan niet vaak op dezelfde post, in Alkmaar stonden we dit jaar op ongeveer honderd meter van elkaar af, hij bij de start en ik bij de finish.
Twee keer per jaar hebben we met de familie een Le Champion-weekend. Dan gaan we met z’n allen naar een vakantiehuisje, in de buurt van een evenement. Dit jaar was dat in Zandvoort. Bij de Dam tot Damloop komt iedereen naar ons, omdat we redelijk dicht bij Amsterdam wonen. M’n vrouw, haar zus en schoonzussen doen mee aan de verschillende afstanden, onze jongere kinderen doen mee aan de Kids Run. Zo zijn we het hele weekend bezig.
Wat me vooral aantrekt in het werk voor Le Champion is het sociale aspect. Je komt met verschillende mensen in contact, van treinmachinisten tot gepensioneerde verzekeringsagenten. Voordat ik “invalkracht op boerderijen” werd, werkte ik als bedrijfsleider op een pluimveebedrijf. Dan heb je niet veel contact met mensen, maar heb je vooral kippen om je heen en die zeggen alleen maar “tok”. Bij Le Champion werk ik samen met een man of tien, iedereen heeft een andere achtergrond. Je wereld wordt veel groter.’